“Mijn interesse in de bodem zorgt ervoor dat ik dit vak met plezier uitoefen”

“In de basis zorg ik ervoor dat de boormeester zijn werk kan doen. Ik leg de spullen klaar en geef de buizen aan. Zo kunnen we vlot doorwerken. Ook neem ik de monsters als het om een boring gaat voor bijvoorbeeld bodem- of waterbodemonderzoek. Daarbij maak ik een boorbeschrijving. Dan moet je denken aan wat er uit de bodem komt, bijvoorbeeld zand, grind of klei. Het leuke is dat ik steeds met een andere boormeester samenwerk. Zo kom ik met alle boortechnieken en het verschillende materieel in aanraking. Dat maakt het werk leuk en afwisselend.”

“We verzamelen altijd in Beuningen. Soms ga je voor een dag naar een klus toe. Andere keren zit je er een paar dagen, een week of drie weken. Dat hangt af van de omvang van het werk. Als het gaat om meerdere dagen of weken ben je in de weekenden gewoon thuis, maar doordeweeks zit je in de kost. Je slaapt en eet dan vlakbij de werklocatie zodat je de volgende dag direct aan de slag kunt en je niet eerst nog een paar uur onderweg bent. Ik kom nu net terug van een klus in België. Daar ben ik een paar dagen geweest.”

“Na mijn havodiploma ben ik de Mbo-opleiding ICT gaan doen. Die heb ik wel afgerond, maar toch lag ICT me niet zo. Ik wilde liever met mijn handen werken en buiten bezig zijn. Daarom heb ik de studie Land & Watermanagement gedaan. Het werken met de bodem vind ik erg interessant. Na twee jaar studeren behaalde ik mijn Hbo diploma. Mijn vader werkt overigens ook in dit vakgebied. Hij heeft een eigen bedrijf in bodemsanering. Via hem kwam ik met BoutenGeotron in contact.”

“Misschien in de toekomst. Voor nu vind ik het veel te leuk om met alle facetten in aanraking te komen. Dat is het mooie aan BoutenGeotron. Daar leer ik ontzettend veel van.”

“Dat hoort erbij en vind ik helemaal niet erg. Je doet gewoon je regenpak aan en gaat door met je werk. Meestal merk ik het niet eens. En als je nagaat hoe vaak het echt hard regent, dan is dat echt heel weinig. En bij extreme buien of erge vorst leggen we het werk tijdelijk neer. Bij -18 graden zoals twee jaar geleden in februari krijgen we vorstverlet. De machines en de mensen kunnen dan niet optimaal werken.”

“Dat is voor mij een combinatie van het werken met de bodem, de afwisseling en de vrijheid. Wat er zich afspeelt in de bodem vind ik enorm interessant. Het is iedere keer weer een verrassing wat je tegenkomt. De ene keer sta je op het land, de andere keer op het water. Op een ponton of een werkschip. Je gaat er ’s ochtends heen met een bootje en aan het eind van de middag word je weer op de kade afgezet. Het is leuk dat je steeds in een andere omgeving werkt. Zo werkten we een tijd terug midden op de A2 bij Eindhoven. De vrijheid die je hebt, is ook erg fijn. Je deelt zelf je dag in en je bent verantwoordelijk voor het werk dat gedaan moet worden. Soms kijken opdrachtgevers wel mee, hoor. Ze staan erbij en kijken hoe jij het werk uitvoert. Dat kan op mijn zenuwen werken, maar ik blijf gewoon rustig. En als het een doel heeft dan vind ik het prima en heb ik er geen last van. Je overlegt dan met de opdrachtgever om samen tot het gewenste resultaat te komen.”

“Het begint naar mijn idee met interesse. Interesse in het vak en interesse in de bodem. Met een “ik wil alleen centen verdienen” instelling kom je er niet. Het is specialistisch werk dus dat vraagt wel iets. Het is handig als je een beetje weet wat er in de bodem gebeurt, maar veel leer je ook in de praktijk. Verder is het belangrijk dat je flexibel bent en bereid bent om soms in de kost te gaan. Bij sommige klussen kan het zijn dat we langer doorwerken, omdat we onverwachte dingen tegenkomen. We laten niet zomaar het werk uit onze handen vallen, maar maken de klus af. Meestal is het werk goed gepland hoor, dus het komt niet vaak voor.”

“Mijn doel is om boormeester te worden. Daarvoor word ik opgeleid bij SOMA Bedrijfsopleidingen. Als boormeester heb  je je eigen machine en auto. Voor de verdere toekomst weet ik het nog niet. Misschien wil ik wel op kantoor werken, als werkvoorbereider. Nu geniet ik van het werken buiten en de mogelijkheden die daarbij komen kijken.”